Bij myelopathie kan het nuttig zijn grondige kennis te hebben over de opbouw en functie van de wervelkolom.
Opbouw van de wervelkolom

Opbouw van de wervelkolom
De wervelkolom is de centrale as van het menselijk lichaam. Aan het bovenste uiteinde bevindt zich de schedel, aan het onderste het bekken. De afzonderlijke onderdelen van de wervelkolom zijn op verschillende manier gevormd. Daarom heeft de wervelkolom de vorm van een dubbele S (in zijaanzicht). Het hals- en lendenwervelgebied welven naar binnen, terwijl de borstwervelkolom en het heilig- en stuitbeen naar buiten welven. Langs achter bekeken, heeft de wervelkolom een rechtlijnige structuur die door de gewrichtsbanden en pezen wordt rechtgehouden.
Oorspronkelijk was de centrale lichaamsas bedoeld om op vier benen te lopen en dus een onderhangende last te dragen. Omdat mensen door de evolutie rechtop zijn gaan lopen, moest de wervelkolom zich volledig opnieuw aanpassen. Alle spieren, gewrichtsbanden, tussenwervelschijven, wervelgewrichten en zenuwstructuren werden in deze verandering betrokken.
Nekwervelkolom
De nekwervelkolom heeft minder lasten te dragen dan de andere wervelkolomgebieden, maar moet toch helemaal beweeglijk blijven. Daardoor heeft dit deel van de wervelkolom vaker dan andere delen te lijden onder geblokkeerde wervels en verkrampte spieren.
Borstwervelkolom
De borstwervelkolom heeft een erg beperkte bewegingsvrijheid omwille van de ribben, maar anderzijds wordt ze hierdoor ondersteund. Daarom zijn rugpijnen uitgaande van de borstwervelkolom eerder zeldzaam. Wanneer hier pijn optreedt, dan is dat meestal in het gebied van de ribgewrichten. Door hun permanente beweging ten gevolge van de ademhaling kunnen zgn. reflectorische rugpijnen optreden. Dit zijn sterke pijnen die uitstralen naar het borstbeen en ze kunnen vergeleken worden met de pijn die optreedt bij een hartinfarct.
Lendenwervelkolom
Het gebied van de lendenwervelkolom krijgt het vaakst te maken met pijn omdat het volledige lichaamsgewicht erop rust. De pijn uitgaande van de lendenwervelkolom straalt vaak uit naar de benen.
functies van de wervelkolom
De wervelkolom heeft tal van functies, vooral draagfuncties. Ze ondersteunt namelijk het volledige gewicht van het hoofd, de nek, de romp en de armen. De wervelkolom maakt ook diverse bewegingen mogelijk. Dankzij deze beweeglijkheid kan het lichaam naar voren, achteren en zijwaarts bewegen, of ook draaibewegingen uitvoeren. Bovendien fungeert de wervelkolom als demper zodat het hoofd en de hersenen tegen schokken beschermd worden bij het rechtop staan. Samen met de ribben beschut ze ook het ruggenmerg en de inwendige organen.
De wervels
Het dragende deel van de wervelkolom tussen de nek- en lendenwervels bestaat uit 24 vrije wervels. Hierbij komen nog vijf met elkaar vergroeide wervels aan het heiligbeen en vier à 5 verkromde, met elkaar vergroeide wervels aan het stuitbeen.
Elke afzonderlijke wervel is volgens een uniform schema opgebouwd: een wervellichaam, een wervelboog, een doornuitsteeksel en twee dwars- en vier gewrichtuitsteeksels. Aan het doorn- en dwarsuitsteeksel van iedere wervel zitten gewrichtsbanden en spieren vast die de wervelkolom stabiliseren. Dit uniforme schema verschilt echter voor de afzonderlijke delen van de wervelkolom. Zo worden de halswervels, naarmate ze lager gelegen zijn, groter omdat de gewichtsbelasting toeneemt en de beweeglijkheid afneemt. Met uitzondering van de eerste twee halswervels en de met elkaar vergroeide wervels van het kruis- en staartbeen, zijn alle wervels met elkaar verbonden door tussenwervelschijven. Ze fungeren als schokdempers en maken de wervelkolom beweeglijk.