Radiologische onderzoeken kunnen de evoluerende letsels in de discus niet in beeld brengen

Radiologische onderzoeken kunnen de evoluerende letsels in de discus niet in beeld brengen.

Het grote belang van wervelzuilautopsieën!

De hedendaagse geneeskunde weet niet waarom en hoe lage rugpijn ontstaat en kan zich slechts concentreren op de gevolgen!

De internationale wetenschappelijke gemeenschap promoot op heden nog steeds de opvatting dat de meest voorkomende aandoening bij de mens - lage rugpijn (1, 2) - veroorzaakt wordt door ‘iets aspecifieks’ (3, 4, 5). Wat dat betekent, weet geen mens. Geen enkele arts kan het verklaren. Als gevolg van deze attitude blijft men de oorzaak dan maar zoeken in de sociale en economische context van iemands levenswijze. De geneeskunde blijft zich baseren op alom aanvaarde maar subjectieve, persoonlijke, maatschappelijke en culturele opvattingen over lage rugpijn (6). Ondanks de uitgebreide research in dit domein, slaagt de geneeskunde er niet in ‘banale’ en ‘aspecifieke’ lage rugpijn in de greep te krijgen. Al haar publieke raadgevingen, alle gevarieerde rugsparende programma’s bij kinesitherapeuten en op de werkvloer, en alle via medici toegekende financiële vergoedingen voor handicaps en arbeidsongeschiktheid blijven in het kader van de behandeling van lage rugpijn ineffectief, nutteloos en enorm geldverspillend (7). Eenmaal men lage rugpijn heeft ervaren, komt deze vroeg of laat terug en niemand weet waarom. De geneeskunde blijft voorlopig (en nog voor lange tijd) haar handen in de onschuld der onwetendheid wassen. Het blijft ook een onopgeloste vraag waarom elk van de 300 reeds bestaande behandelingstruken inefficiënt is gebleken, ongeacht of ze afzonderlijk of in combinatie aangewend worden (8, 9, 10). Men doet er veel beter aan de enorme financiële researchtoelagen dringend te concentreren op fundamenteel onderzoek naar mogelijke biologische oorzaken (= de veel voorkomende letsels) in de lage rug zelf (7).

Radiologisch vastgestelde hoogtevermindering tussen twee wervels duidt op een onomkeerbaar probleem in de discus

Wanneer de buitenmuren en het dak van uw huis scheuren of breken, moet u tijdig en efficiënt ingrijpen. Zo niet blijft er op langere termijn vermoedelijk niet veel meer over van uw woonst. Het gevaar op instorting is niet denkbeeldig. Dit is precies wat gebeurt in de discus wanneer de eindplaten (= het dak) en de buitenmuren (= annulus), scheuren of breken (cf. Blog ‘Zien hoe je huis instort is pijnlijk. Dit is het lot van uw verouderende discus wanneer het degeneratieproces intreedt’). Radiologisch makkelijk vast te stellen hoogtevermindering tussen de wervellichamen is het eerste en typische teken dat het dak en/of de buitenmuren van de discus het onder de dagelijkse belasting begeven en dat de discus weldra kan instorten (11, 12, 13, 14, 15). Dit duidt erop dat de onomkeerbare scheikundige degeneratieprocessen volop aan de gang zijn, progressief verder zullen evolueren en genadeloos tot het einde zullen doorgaan tot de discus volledig geresorbeerd is Fig. 2) (16, 17, 18, 19, 20). Eenmaal de slijtage ingezet, zal de discushoogte gemiddeld met 1 à 3 % per jaar afnemen. Daarenboven neemt de radiale bulging eveneens met 2 % per jaar toe (21, 22).

Bij experimenten met dieren kan men zien wat er in hun discussen gebeurt. Bij de mens blijft dit vooralsnog onmogelijk

Het grootste gedeelte van de wetenschappelijke kennis, hoe beperkt ook, over discussen en de verouderings- en degeneratieve processen ervan in de onderrug, is afgeleid uit onderzoek op muizen, ratten, konijnen, honden, schapen, geiten, apen en varkens (23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33). Bij kleine dieren kan men met zeer gesofisticeerde MRI-methodes (3T MRI met veel sterkere magneet) reeds nagaan hoeveel discusweefsel aangetast is (34). Men is zelfs in staat binnen te kijken in hun hersencellen en de zich hier afspelende moleculaire reacties vast te leggen (35, 36, 37, 38). Hopelijk wordt dit binnenkort ook mogelijk voor andere cellen en wordt alzo de basis gelegd voor introspectie van menselijke cellen. Bij grotere dieren - waarvan de meesten in hun discuskernen beschikken over beschermende notochordale cellen - heeft men kunnen vaststellen dat een snelle, onomkeerbare en progressief toenemende degeneratie van de kern en zelfs van de eindplaten optreedt wanneer in de eindplaten of de annulus een kleine chirurgische incisie gemaakt wordt. Hetzelfde desorganiserende degeneratieve proces treedt ook op in de annulus, maar verloopt trager (39, 40, 41, 42).
In latere blogs worden de desastreuze gevolgen voor de menselijke discus uitgelegd wanneer een discushernia wordt weggenomen.

De geneeskunde baseert zich op via consensus vastgelegde theoretische gradatiesystemen die de realiteit verhullen

Vandaag kan de geneeskunde slechts op twee manieren nagaan wat zich in discussen van de lage rug voordoet, hetzij onrechtstreeks via radiologisch onderzoek (Fig. 1), hetzij rechtstreeks via autopsie (Fig. 2). Tot op heden bestaat er geen enkel overtuigend en betrouwbaar gradatiesysteem waarop men zich met zekerheid kan baseren om aan te tonen welk degeneratief letsel of welke groep van dergelijke letsels mogelijks aan de basis ligt van pijn in de onderrug. Om in het mysterieuze bos van discogene degeneraties de belangrijkste bomen terug te vinden (= morfologische veranderingen), ontwierpen enkele wetenschappers wel reeds gestandaardiseerde degeneratieve gradatiesystemen op basis van radiografie (43), MRI (44, 45, 46, 47, 48, 49), visuele (macroscopisch) analyse van sagittaal of dwars doorgesneden discussen (50, 51, 52), en microscopisch weefselonderzoek (= histologie) (53, 54). Boeiend om weten is dat dergelijk microscopisch onderzoek voor het eerst in 1700 via autopsie werd toegepast bij het overlijden van paus Innocentius XII (55). Voorlopig kunnen echter uit al die gradaties slechts theoretische en geen therapeutische conclusies getrokken worden. Zolang radiologisch onderzoek geen toegang heeft tot verborgen details die slechts via autopsie aan het licht kunnen gebracht worden - zoals in Plato’s grotallegorie (cf. Blog ‘Nutteloze radiografieën op de kosten van de maatschappij’) - is er voor elk wat wils. Voor zowel de verklaring als een aangepaste efficiënte behandeling van lage rugpijn, zal men in het ijle blijven zweven (8, 9). De oorzaak van lage rugpijn blijft dus een mysterie (cf. Blog ‘Waarom lage rugpijn nog steeds een mysterie is’).

vertebra

Fig. 1. Radiografische beelden en CAT-scan van een lage rug (L5-S1). Elke arts zal bevestigen dat dit radiologische beeld betrekking heeft op een persoon met intense invaliderende lage rugpijn. Radiologen omschrijven deze ernstige discusdegeneratie in wezen als een ‘vermindering van de discusruimte met vernauwing van hoogte tussen twee wervels’ (= discuscollaps), ofwel ‘Knutsson-luchtvacuüm in de discus’ (56) door quasi complete desintegratie van de discuskern en secundaire ‘artrose’ van de facetten (door toenemende abnormale belasting). Echter, hoe ‘erg’ het beeld ook lijkt, niet alle ‘ernstige discusdegeneraties’ van die aard zijn pijnlijk. Veel ‘ernstige’ degeneratieve beelden komen ook voor bij hen die nooit enige pijn ervoeren in de rug en die zelfs nooit zullen ontwikkelen (57, 58, 59, 60, 61). Haast niemand van het medisch en paramedisch korps heeft enig idee met welke discusletsels de beelden zelf overeenkomen en waarom ze al dan niet de reden zijn van pijn in de onderrug (62, 63). Beelden zijn nu eenmaal slechts momentopnamen in een dynamisch vooruitschrijdend verouderings- en slijtageproces. Men kan slechts afwijkingen zien, geen pijn! Daarenboven is wat ‘normaal’ is op 30 jaar, compleet verschillend van het ‘normale’ op andere leeftijden. De afgebeelde radiologische opnames betreffen een persoon die geen pijn in de onderrug voelde.

Voorlopig kan men slechts via autopsie rechtstreeks zien wat er in discussen gebeurt. Kleine geschiedenis

Geen enkele digitale technologie is vandaag reeds in staat de fascinerende geheimen van de menselijke discus te doorgronden. In die zin blijft autopsie voorlopig onvervangbaar. Alles begon met Alexander de Grote die aan Herophilus van Alexandrië (325-255 v. Chr.) zijn koninklijke toestemming verleende om criminelen levend te disseceren (64). Na het overlijden van de ‘vader der anatomie’ werden echter alle dissecties, zelfs op lijken, gedurende 1800 jaar verboden tot de periode van de Renaissance, toen Vesalius (1514-1564) hier opnieuw mee begon. Hij bleef uit de greep van de inquisitie en werd dus voor zijn goddeloos werk niet levend verbrand. Maar 1800 jaar lang bleef de geneeskunde stilstaan omdat men zich diende te baseren op de dogma’s van Galenus die nochtans beschikte over alle gegevens van Herophilus. Uiteindelijk werden deze toch vernietigd toen de bibliotheek van Alexandrië door keizer Theodosius I in 391 brand werd gestoken. Galenus geloofde nog in goden, demonen, het lot, mysteriën, etc. Zonder ooit een menselijk lichaam ontleed te hebben (alleen dieren), stelde hij dat de anatomie van een levend mens niet dezelfde was als die van een overledene omdat in het laatste geval de ‘geest’ verdwenen was. Toch bleef Galenus als arts een gezaghebbende figuur. Met kop en schouders stak hij boven zijn ambtsgenoten uit. Hij koesterde een ware passie voor wetenschappelijk onderzoek, vroeg nooit honorarium en behandelde arm en rijk even gewetensvol (65). Maar zoals zovelen van de beste artsen, diende Galenus niet noodzakelijk zelf een goed mens te zijn om als een goede arts te handelen. Tot het begin van de renaissance bleef hij de toetssteen der waarheid, en wie als arts stellingen verkocht die in strijd waren met die van de grote Romeinse meester, riskeerde de brandstapel.

Autopsie van wervelzuilen? Wie heeft daar nu interesse voor?

Om ziektes beter te begrijpen en geschikte behandelingen te ontwikkelen, blijven autopsieën vandaag nog steeds van groot belang (66). Mogelijks kunnen lijkstudies in de toekomst vermeden worden wanneer men in het labo erin zal slagen uit gezonde maar ook zieke cellen van onze organen miniatuurorgaantjes te kweken (67, 68, 69). Mogelijks zal men er dan ook in slagen ziekteverwekkende genen te neutraliseren en een meer gepersonaliseerde geneeskunde te ontwikkelen. Maar vandaag blijft rechtstreekse analyse van wervelzuil en discussen na overlijden nog steeds de enige manier om het mysterie van lage rugpijn te doorgronden (70). Zo stelde men reeds lange tijd geleden vast dat de oorzaak van lage rugpijn niet zozeer in ligamenten en rugspieren moet gezocht worden dan wel in de degeneratieve evolutie van de drie discusonderdelen (71, 72). Autopsie van wervelzuilen kan echter levensgevaarlijk zijn. Na zijn tienduizendste analyse prikte Schmörl in zijn vinger en overleed later door septicaemie (bloedvergiftiging). Gelukkig waren zijn bevindingen die dateerden uit het begin van de 20ste eeuw reeds te boek gesteld (73).

Weinig universiteiten interesseren zich voor discusautopsie

Weinig universiteiten in de wereld hebben interesse om via autopsie van de wervelzuil en vooral de discussen intens wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar ouderdomsgerelateerde en pijnlijke discusdegeneratie. Het belangrijkste centrum is het departement ‘Neuromusculaire Pathologie’ aan de Universiteit te Perth in Australië. Onder supervisie van professor BA Kakulas (74) en Sir George Bedbrook (75) werden in het kader van een analyse van wervelbreuken en andere wervelzuil- en ruggenmergaandoeningen, in de periode 1959 tot eind 1990, reeds 23.539 midsagittale autopsiesecties uitgevoerd (76). In die periode werden 141.234 discussen tussen de 12de borstwervel en 1ste sacrale wervel bestudeerd.

vertebra

Fig. 2. X90-182 en A89-859 (Declerck / Kakulas, Neuropathology, Perth, Western Australia) en rechts onderaan een schets van A89-859 door de Colombiaanse schilder-beeldhouwer Alonso Ríos (www.alonsoriosescultor.com).
Links (X89-182) bemerkt men een L5-S1-discus op weg naar volledige desintegratie en verlies van zijn discusweefsel. De L5-wervel is lichtjes verschoven ten opzichte van de onderliggende S1-wervel (= degeneratieve spondylolisthese). Indien de verschuiving niet groter is dan een vierde (= 25 %) van de oppervlakte van de wervel (77), zijn radiografieën niet accuraat genoeg om dit vast te stellen (78, 79). Tijdens een 25 jaar durende evaluatie bleken dergelijke degeneratieve verschuivingen van lumbale wervels zelden invaliderende klachten in de lage rug (80) teweeg te brengen.
De middelste en rechter beelden (X89-859) tonen een onderste L5-S1-discus in vergevorderde fase van discusdegeneratie met uitgesproken sclerotische veranderingen in het beenweefsel van de aanpalende wervels. Alle discuskraakbeen is weggevreten en werd in toenemende mate vervangen door littekenweefsel (51, 81). De interne vernietiging van het discusweefsel is bijna volledig. Zowel de kern als de annulus zakken in elkaar. De discus heeft geen enkele functie meer en de beweeglijkheid tussen de aanpalende wervels is onbestaande. De periode waarin het oplossen van de discus optreedt, kan gepaard gaan met chronische lage rugpijn, gekenmerkt door regelmatig terugkerende maar kortstondige opstoten van lage rugpijn en soms pijn in bekken en dijen. Uiteindelijk zullen beide wervels spontaan aan elkaar vastgroeien (= fusie) (82, 83, 84, 85).

Discusdegeneratie is een frequente bevinding op jonge leeftijd

Vaststellingen tijdens autopsiestudies, verder gestaafd door microscopisch onderzoek (= histologische secties) kunnen moeilijk in twijfel getrokken worden. Reeds tijdens de kinderjaren vertonen niet-volgroeide discussen kleine scheurtjes (20). Degeneratieve letseltjes in de eindplaten en annulus kunnen reeds voorkomen bij kinderen tussen de 3 en 10 jaar (86, 87, 88). De incidentie van deze letsels kan variëren tussen 30 % op 15-jarige leeftijd tot 98 % bij zeventigjarigen (16, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94). In tegenstelling tot de discussen in de lage rug, stelt men amper 10 % dergelijke letsels vast in de discussen tussen de twaalf thoracale wervels (95).

Interessant om weten: aderverkalking komt op jonge leeftijd voor!

De vaststelling dat discusdegeneratie op jonge leeftijd kan optreden, loopt parallel met andere degeneratieve processen zoals aderverkalking die eveneens reeds tijdens de jeugdjaren kan vastgesteld worden (96, 97). Er bestaat trouwens grote twijfel of atherosclerose wel degelijk een moderne ziekte is die veroorzaakt wordt door onze moderne levenswijze (98). Tal van mummies uit verschillende culturen en in verschillende werelddelen vertonen aderverkalking op jonge leeftijd (99).

Op basis van rechtstreekse analyse via autopsie van 141.234 discussen tussen de 12de borstwervel en de 1ste sacrale wervel, wordt in volgende blog het verschil uitgelegd tussen de kenmerken van het verouderingsproces van de discus en de evolutie van de degeneratieprocessen.

Gratis E-boek “Oefeningen om chronische pijn te verlichten” downloaden

73% van de chronische pijnpatiënten zijn niet in staat dingen te doen die voor gezonde mensen normaal zijn: stappen, fietsen, met je kinderen spelen, etc. Naast medische behandelingen kan ook lichaamsbeweging heel nuttig zijn om je mobiliteit te bewaren of verbeteren. Dit e-boek wil je vertrouwd maken met enkele eenvoudige lichaamsoefeningen die je pijn kunnen verminderen.

GRATIS DOWNLOADEN

Referenties

1. WHO 2014, ‘Global status report on noncommunicable diseases’,
ISBN: 978 92 4 156485 4 (298 pages)
2. GBD 2016 Disease and Injury Incidence and Prevalence Collaborators, ‘ Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 328 diseases and injuries for 195 countries, 1990-2016. A systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2016’,
Lancet, 2017, 390:1211
3. Maher C, Underwood M, Buchbinder R, ‘Non-specific low back pain’,
Lancet, 2017, 389:736
4. Hartvigsen J, Hancock MJ, Kongsted A et al., 'What low back pain is and why we need to pay attention’,
Lancet, 2018, 391:2356
5. Foster NE, Anema JR, Cherkin D et al., ‘Prevention and treatment of low back pain. Evidence, challenges, and promising directions’,
Lancet, 2018, 391:2369
6. MacNeela P, Doyle C, O’Gorman D et al., ‘Experiences of chronic low back pain. A meta-ethnography of qualitative research’,
Health Psychol Rev, 2015, 9:63
7. Buchbinder R, van Tulder M, Öberg B et al., ‘Life-style issues and low back pain are uncertain’,
Lancet, 2018, 391:2384
8. Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg, ‘Chronische lage rugpijn’,
KCE Report, 2006, vol. 48A
9. Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg, ‘Samenvatting. Klinische richtlijnen rond lage rugpijn en radiculaire pijn’,
KCE Report, 2017, 287 As
10. Clark S, Horton R, ‘Low back pain. A major global challenge’,
Lancet, 2018, 391:2302
11. Osti OL, Vernon-Roberts B, Moore R et al., ‘Annular tears and disc degeneration in the lumbar spine. A post-mortem study of 135 discs’,
J Bone Joint Surg, 1992, 74B:678
12. Adams MA, McNally DS, Wagstaff J et al., ‘Abnormal stress concentrations in lumbar intervertebral discs following damage to the vertebral bodies. A cause of disc failure?’,
Eur Spine J, 1993, 1:214
13. Krismer M, Haid C, Ogon M et al., ‘Biomechanik der lumbalen Instabilität’,
Orthopäde, 1997, 26:516
14. Kerttula LI, Serlo WS, Tervonen OA et al., ‘Post-traumatic findings of the spine after earlier vertebral fracture in young patients. Clinical and MRI study’,
Spine, 2000, 25:1104
15. Natarajan RN, Andersson GB, ‘Lumbar disc degeneration is an equally important risk factor as lumbar fusion for causing adjacent segment disc disease’,
J Orthop Res, 2017, 35:123
16. Vernon-Roberts B, Pitie CJ, ‘Degenerative changes in the intervertebral discs of the lumbar spine and their sequelae’,
Rheumatol Rehab, 1977, 16:13
17. Frobin W, Brinckmann P, Biggemann M et al., ‘Precision measurement of disc height, vertebral height and sagittal plane displacement from lateral radiographic views of the lumbar spine’,
Clin Biomech, 1997, 12(Suppl 1):S1
18. Frobin W, Brinckmann P, Kramer M et al., ‘Height of lumbar discs measured from radiographs compared with degeneration and height classified from MR images’,
Eur Radiol, 2001, 11:263
19. Shao Z, Rompe G, Schiltenwolf M, ‘Radiographic changes in the lumbar intervertebral discs and lumbar vertebrae with age’,
Spine, 2002, 27:263
20. Haefeli M, Klaberer F, Saegesser D et al., ‘The course of macroscopic degeneration in the human lumbar intervertebral disc’,
Spine, 2006, 31:1522
21. Hassett G, Hart DJ, Manek NJ et al., ‘Risk factors for progression of lumbar spine disc degeneration. The Chingford Study’,
Arthritis Rheum, 2003, 48:3112
22. Videman T, Battié MC, Ripatti S et al., ‘Determinants of the progression in lumbar degeneration. A 5-year follow-up study of adult male monozygotic twins’,
Spine, 2006, 31:671
23. Osti OL, Vernon-Roberts B, Fraser RD, ‘Anulus tears and intervertebral disc degeneration. An experimental study using an animal model. 1990 Volvo Award in experimental studies’,
Spine, 1990, 15:762
24. Lauerman WC, Platenberg RC, Cain JE et al., ‘Age-related disk degeneration. Preliminary report of a naturally occurring baboon model’,
J Spin Disord, 1992, 5:170
25. Platenberg RC, Hubbard GB, Ehler WJ et al., ‘Spontaneous disc degeneration in the baboon model. Magnetic resonance imaging and histopathologic correlation’,
J Med Primatol, 2001, 30:268
26. Sahlman J, Inkinene R, Hirvonen T et al., ‘Premature vertebral endplate ossification and mild disc degeneration in mice after inactivation of one allele belonging to the Col2a1 gene for type II collagen’,
Spine, 2001, 26:2558
27. Masuda K, Aota Y, Muehleman C et al., ‘A novel rabbit model of mild, reproducible disc degeneration by an anulus needle puncture: Correlation between the degree of disc injury and radiological and histological appearances of disc degeneration’,
Spine, 2005, 30:5
28. Jeong JH, Lee JH, Jin ES et al., ‘Regeneration of intervertebral discs in a rat disc degeneration model by implanted adipose-tissue-derived stromal cells’,
Acta Neurochir, 2010, 152:1771
29. Acosta Jr FL, Metz L, Adkisson et al., ‘Porcine intervertebral disc repair using allogeneic juvenile articular chondrocytes or mesenchymal stem cells’,
Tissue Eng Part A, 2011, 17:3045
30. Zhang Y, Drapeau S, An HS et al., ‘Histological features of the degenerating intervertebral disc in a goat disc-injury model’,
Spine, 2011, 36:1519
31. Bergknut N, Rutges JP, Kranenburg HJ et al., ‘The dog as an animal model for intervertebral disc degeneration?’,
Spine, 2012, 37:351
32. Oehme D, Ghosh P, Shimmon S et al., ‘Mesenchymal progenitor cells combined with pentosan polysulfate mediating disc regeneration at the time of microdiscectomy. A preliminary study in an ovine model’,
J Neurosurg, 2014, 20:657
33. Daly C, Ghosh P, Jenkin G et al., ‘A review of animal models of intervertebral disc degeneration. Pathophysiology, regeneration, and translation to the clinic’,
Biomed Res Int, 2016, doi: 10.1155/2016/5952165
34. Bae WC, Yoshikawa T, Kakutani K et al., ‘Effect of rhGDF-5 on the thrombin model of rabbit intervertebral disc degeneration. T2 Quantification Using 3T MRI’,
Ortho Res Soc Trans, 2009, 34:2129 (abstract)
35. Chung K, Wallace J, Kim SY, …, Deisseroth K, ‘Structural and molecular interrogation of intact biological systems’,
Nature, 2013, 497:332
36. Deisseroth Karl, ‘A look inside the brain. A new experimental approach at the interface of chemistry and biology lets scientists peer into the deepest reaches of the body’s master controller’,
Scientific American, October 2016:20
37. Gao R, Asano SM, Upadhyayula S et al., ‘Cortical column and whole-brain imaging with molecular contrast and nanoscale resolution’,
Science, 2019, 363:245
38. Qi Y,Yu T, XU J et al. ‘FDISCO. Advanced solvent-based clearing method for imaging whole organs’,
Sci Adv, 2019, 5:eaau8355
39. Holm S, Holm AK, Ekström L et al., ‘Experimental disc degeneration due to endplate injury’,
J Spinal Disord Tech, 2004, 17:64
40. Elliott DM, Yerramalli CS, Beckstein JC et al., ‘The effect of relative needle diameter in puncture and sham injection animal models of degeneration’,
Spine, 2008, 33:588
41. Haschtmann D, Stoyanov JV, Gédet P et al., ‘Vertebral endplate trauma induces disc cell apoptosis and promotes organ degeneration in vitro’,
Eur Spine J, 2008, 17:289
42. Hsieh AH, Hwang D, Ryan DA et al., ’Degenerative anular changes induced by puncture are associated with insufficiency of disc biomechanical function’,
Spine, 2009, 34:998
43. Gordon SJ, Yang KH, Mayer PJ et al., ‘Mechanism of disc rupture. A preliminary report’,
Spine, 1991, 16:450
44. Schneiderman G, Flannigan B, Kingston S et al., ‘Magnetic resonance imaging in the diagnosis of disc degeneration. Correlation with discography’,
Spine, 1987, 12:276
45. Modic MT, Steinberg PM, Ross JS et al., ‘Degenerative disk disease. Assessment of changes in vertebral body marrow with MR imaging’,
Radiology, 1988, 166:193
46. Tertti M, Paajanen H, Laato M et al., ‘Disc degeneration in magnetic resonance imaging. A comparative biochemical, histologic, and radiologic study in cadaver spines’,
Spine, 1991, 16:629
47. Pfirrmann CW, Metzdorf A, Zanetti M et al., ‘Magnetic resonance classification of lumbar intervertebral disc degeneration’,
Spine, 2001, 26:1873
48. Luoma K, Vehmas T, Riihimäki H et al., ‘Disc height and signal intensity of the nucleus pulposus on magnetic resonance imaging as indicators of lumbar disc degeneration’,
Spine, 2001, 26:680
49. Johannessen W, Auerbach JD, Wheaton AJ et al., ‘Assessment of human disc degeneration and proteoglycan content using T1rho-weighted magnetic resonance imaging’,
Spine, 2006, 31:1253
50. Galante JO, ‘Tensile properties of the human lumbar annulus fibrosus’,
Acta Orthop Scand, 1967, Suppl 100:S1
51. Thompson JP, Pearce RH, Schechter MT et al., ‘Preliminary evaluation of a scheme for grading the gross morphology of the human intervertebral disc’,
Spine, 1990, 15:411
52. Adams MA, Bogduk N, Burton K, Dolan P, ‘The biomechanics of back pain. Third edition’,
Churchill Livingstone, Edinburgh, 2013:133
53. Boos N, Weissbach S, Rohrbach H et al., ‘Classification of age-related changes in lumbar intervertebral discs. 2002 Volvo Award in basic science’,
Spine, 2002, 27:2631
54. Chujo T, An HS, Akeda K et al., ‘Effects of growth differentiation factor-5 on the intervertebral disc. In vitro bovine study and in vivo rabbit disc degeneration model study’,
Spine, 2006, 31:2909
55. Riva MA, Borghi L, Pagni F, ‘The first recorded use of microscopy in medicine: Pope Innocent XII’s autopsy report’,
Lancet, 2016, 388:559
56. Knutsson F, ‘The vacuum phenomenon in the intervertebral discs’,
Acta Radiologica, 1942, 23:2
57. Powell MC, Wilson M, Szypryt P et al., ‘Prevalence of lumbar disc degeneration observed by magnetic resonance in symptomless women’,
Lancet, 1986, 2:1366
58. Jensen MC, Brant-Zawadzki MN, Obuchowski N et al. , ‘Magnetic resonance imaging of the lumbar spine in people without back pain’,
N Engl J Med, 1994, 331:69
59. Battié MC, Videman T, Gibbons LE et al., ‘Determinants of lumbar disc degeneration. A study relating lifetime exposures and magnetic resonance imaging findings in identical twins. 1995 Volvo Award in clinical sciences’,
Spine, 1995, 20:2601
60. Weishaupt D, Zanetti M, Hodler J et al., ‘MR imaging of the lumbar spine. Prevalence of intervertebral disk extrusion and sequestration, nerve root compression, end plate abnormalities, and osteoarthritis of the facet joints in asymptomatic volunteers’,
Radiology, 1998, 209:661
61. Elfering A, Semmer N, Birkhofer D et al., ‘Risk factors for lumbar disc degeneration. A 5-year prospective MRI study in asymptomatic individuals. Young investigator award 2001 winner’,
Spine, 2002, 27:125
62. Gunzburg R, Parkinson R, Moore R et al., ‘A cadaveric study comparing discography, magnetic resonance imaging, histology, and mechanical behavior of the human lumbar disc’,
Spine, 1992, 17:417
63. Benneker LM, Heini PF, Anderson SE et al., ’Correlation of radiographic and MRI parameters to morphological and biochemical assessment of intervertebral disc degeneration’,
Eur Spine J, 2005, 14:27
64. Wiltse LL, Pait TG, ‘Herophilus of Alexandria (325-255 B. C.). The father of anatomy’,
Spine, 1998, 23:1904
65. Mattern SP, ‘The prince of medicine. Galen in the Roman Empire’,
Oxford University Press, 2013
66. Kaufman SR, ‘Autopsy. A crucial component of human clinical investigation’,
Arch Pathol Lab Med, 1996, 120:767
67. Loh KM, Chen A, Koh PW et al., ’Mapping the pairwise choices leading from pluripotency to human bone, heart, and other mesoderm cell types’,
Cell, 2016, 166:451
68. Bredenoord AL, Clevers H, Knoblich JA, ‘Human tissues in a dish. Research and ethical implications of organoid technology’,
Science, 2017, 355:260
69. Cao J, Spielmann M, Qiu X et al., ‘The single-cell transcriptional landscape of mammalian organogenesis’,
Nature 2019, 566:496
70. Johnstone, B, Urban JP, Roberts S et al., ‘The fluid content of the human intervertebral disc. Comparison between fluid content and swelling pressure profiles of discs removed at surgery and those taken postmortem’,
Spine, 1992, 17:412
71. Hilton RC, Ball J, Benn RT, ‘In-vitro mobility of the lumbar spine’,
Ann Rheum Dis, 1979, 38:378
72. Adams MA, Hutton WC, Stott JR, ‘The resistance to flexion of the lumbar intervertebral joint’,
Spine, 1980, 5:245
73. Schmorl G, Junghanns, ‘Die gesunde und kranke Wirbelsäule in Röntgenbild und Klinik‘,
Georg Thieme Verlag, Stuttgart, 1951
74. https://perroninstitute.org/p/emeritus-professor-byron-a-kakulas-ao/
75. https://en.wikipedia.org/wiki/George_Bedbrook
76. Kakulas BA, Bedbrook GM, ‘Pathology of injuries of the vertebral column with emphasis on the macroscopical aspects’,
In: Vinken PJ, Bruyn GW, Handbook of clinical neurology. Volume 25. Injuries of the spine and spinal cord, Part I, 1976:27
77. Meyerding HW, ‘Spondylolisthesis’,
Surg Gynecol Obstet, 1932, 54:371
78. Shaffer WO, Spratt KF, Weinstein J et al., ’1990 Volvo Award in clinical sciences. The consistency and accuracy of roentgenograms for measuring sagittal translation in the lumbar vertebral motion segment. An experimental model’,
Spine, 1990, 15:741
79. Pope MH, Frymoyer JW, Krag MH, ‘Diagnosing instability’,
Clin Orthop Relat Res, 1992, 279:60
80. Kauppila LI, Eustace S, Kiel DP et al., ‘Degenerative displacement of lumbar vertebrae. A 25-year follow-up study in Framingham’,
Spine, 1998, 23:1868
81. Vernon-Roberts B, ‘Age related and degenerative pathology of the intervertebral discs and apophyseal joints’,
In M.I.V. Jayson (ed.), ‘The lumbar spine and back pain’
Churchill Livingstone, London, 1992, 4:17
82. Tanaka M, Nakahara S, Inoue H, ‘A pathologic study of discs in the elderly. Separation between the cartilaginous endplate and the vertebral body’,
Spine, 1993, 18:1456
83. Mimura M, Panjabi M, Oxland TR et al., ‘Disc degeneration affects the multidirectional flexibility of the lumbar spine’,
Spine, 1994, 19:1371
84. Tanaka N, An HS, Lim Th et al., ‘The relationship between disc degeneration and flexibility of the lumbar spine’,
Spine J, 2001, 1:47
85. Schnake KJ, Putzier M, Haas NP et al., ‘Mechanical concepts for disc regeneration’,
Eur Spine J, 2006, 15 (Suppl 3):S354
86. Coventry MB, Ghormley RK, Kernohan JW, ‘The intervertebral disc. Its microscopic anatomy and pathology. Part I. Anatomy, development, and physiology’,
J Bone Joint Surg, 1945, 27A:105
87. Andersson GBJ, ‘The epidemiology of spinal disorders’,
In: Frymoyer JW (Editor), ‘The Adult Spine. Principles and Practice’,
Raven Press, 1991:107
88. Battié MC, Videman T, Parent E, ‘Lumbar disc degeneration. Epidemiology and genetic influences’,
Spine, 2004, 29:2679
89. Heine J, ‘Uber die Arthritis deformans‘,
Virchows Arch Pathol Anat, 1926, 260:521
90. Twomey LT, Taylor JR, ‘Age changes in lumbar vertebrae and intervertebral discs’,
Clin Orthop Relat Res, 1987, 224:97
91. Miller JA, Schmatz C, Schultz AB, ‘Lumbar disc degeneration. Correlation with age, sex, and spine level in 600 autopsy specimens’,
Spine, 1988, 13:173
92. Salminen JJ, Erkintalo-Tertti MO, Paajanen HE, ‘Magnetic resonance imaging findings of lumbar spine in the young. Correlation with leisure time physical activity, spinal mobility, and trunk muscle strength in 15-year-old pupils with or without low-back pain’,
J Spinal Disord, 1993, 6:386
93. Nerlich A, Schleicher ED, Boos N, ‘Immunohistologic markers for age‐related changes of human lumbar intervertebral discs. 1997 Volvo Award Winner in Basic Science Studies’,
Spine 1997, 24:2781
94. Cheung KM, Karppinen J, Chan D et al., ‘Prevalence and pattern of lumbar magnetic resonance imaging changes in a population study of one thousand forty-three individuals’,
Spine, 2009, 34:934
95. Niemaläinen R, Battié MC, Videman T, ‘The prevalence and characteristics of thoracic magnetic resonance imaging findings in men’,
Spine, 2008, 33:2552
96. Berenson GS, Wattigney WA, Tracy RE et al., ‘Atherosclerosis of the aorta and coronary arteries and cardiovascular risk factors in persons aged 6 to 30 years and studied at necropsy (The Bogalusa Heart Study)’,
Am J Cardiol, 1992, 70:851
97. McGill HC Jr, Herderick EE, McMahan CA et al., ‘Atherosclerosis in youth’,
Minerva Pediatr, 2002, 54:437
98. Pringle H, ‘Long live the humans’,
Scientific American, October 2013:34
99. Thompson RC, Allam AH, Lombardi GP et al., ‘Atherosclerosis across 4000 years of human history. The Horus study of four ancient populations’,
Lancet, 2013, 381:1211
* Guy Declerck, MD
. 1964, Grieks-Latijnse Humaniora
. 1978, Dokter in de Genees-,Heel-, en Verloskunde (KUL)
. 1983, Medische Specialist in de Orthopedie (KUL & Exeter, UK)
. 1988, Postgraduate Orthopedic Surgery (Plymouth & Liverpool, UK)
. 1989, Spinal Fellow in Adult Spinal Surgery (Perth, Australia)
. 1989, Research Fellow in Spinal Injuries & Rehabilitation (Perth, Australia)
. 1989, Neuromuscular Foundation of Western Australia Postgraduate Studentship
. 1992, Spinaal Orthopedisch Chirurg (Vlaanderen en buitenland)
. 1992, Medical Doctor National Belgian Judo Team
. 1993, European Spine Research Fellowship ‘Bionic Walking’ (Stoke-on-Trent, UK)
. 1994, Worldwide Encyclopaedia Invited Surgeon and SAFIR Spinal Travel Fellowship
. 2003, Rugchirurg-op-rust in Vlaanderen
. 2003-2006, Sabbatical
. 2007-2014, International Spinal Research, Spinal Scientific Advisory Consultant & Instructor
. 2007-now, Consultant Research & Development Innovative & Restorative Spinal Technologies
. 2007-now, Spinal Lecturing & Writing, Surgical Education (www.guy-declerck.com en www.hhp.be/nl/blog)
. 2012-now: President International Association Andullation Therapy (www.iaat.eu/Science)