close

Van de 301 erkende ziektes is lage rugpijn de meest voorkomende in alle landen van de wereld (Vos). In 15 % kan men via radiologie, bloedscreening of biopsie een ernstige onderliggende aandoening vaststellen (bv. infectie, osteoporose, breuk, kanker, etc). In de overige 85 % zijn de slijtageprocessen in de tussenwervelschijf verantwoordelijk voor het ontstaan van lage rugpijn. Het is dus geenszins de alom bekende ‘hernia’ die aan de basis ligt van lage rugpijn.

Het  degeneratief discogeen syndroom (DDS) is geen ziekte. DDS is het geheel van intense rugklachten en minder erge beenklachten die de meeste mensen  af en toe ervaren, maar die doorgaans voor weinigen en zelfs niet voor de medische wereld te begrijpen zijn. Vandaar de talrijke fantasierijke verklaringen om lage rugpijn uit te leggen. Mede ook omdat dit type lage rugpijn evenmin een aandoening is van voorbijgaande aard. Eenmaal men een aanval van lage rugpijn ervaren heeft, heeft men 65 % kans dat er vroeg of laat een nieuwe aanval optreedt en 40 % kans dat lage rugpijn chronisch wordt.

Lage rugpijn: de oorzaak

De oorzaak van lage rugpijn ligt in het feit dat de mens geëvolueerd is tot een rechtoplopend zoogdier. De druk op de discussen is hierdoor spectaculair toegenomen. In een rechtopstaande positie is deze druk per cm² discusweefsel gelijk aan het gewicht van 8 volle bakken bier! Bij iemand die 10° vooroverbuigt, is hij gelijk aan 21 bakken en bij belasting 35 bakken. Het komt er dus op aan de rug- en buikspieren bijzonder goed te oefenen. Desondanks zullen 80% procent van alle mensen met slechte genen hun tussenwervelschijven in de lage rug traag maar zeker gaan afbreken. Dit proces wordt sterk beïnvloed door de lasten die de tussenwervelschijven continu moeten ondergaan. Niet alleen personen die vaak voorwerpen heffen in voorovergebogen houdingen, maar ook zij die langdurig zitten, ontwikkelen vrij gemakkelijk DDS (zitten is trouwens een vorm van vooroverbuigen).

Bijna alle lage rugpijn ontstaat doordat de tussenwervelschijf geleidelijk aan letsels gaat vertonen door uitdroging en verbrokkeling. Men kan dit best vergelijken met verse pudding die men gedurende lange tijd laat uitdrogen. Een gezonde en dus goed gehydrateerde tussenwervelschijf wordt gelijkmatig belast omdat water niet samendrukbaar is. Bij waterverlies zal de discus niet meer in gelijke mate kunnen worden belast tijdens zitten, staan, gaan en de vele dagelijkse activiteiten. Ter hoogte van de ontstane onregelmatigheden kan door de kleine letseltjes en brokkelige discusfragmentjes de belastingsdruk plots te groot worden, waardoor korte pijnopstoten kunnen optreden. Het optreden van pijn is dan best te vergelijken met een stukje schelp dat een plotse pijnscheut veroorzaakt in de voetzool wanneer je op het strand loopt. De ruglijder staat plots ‘geblokkeerd’ en kan zich bijna niet meer bewegen zonder nog meer pijn te ervaren. Gelukkig verdwijnt deze pijnepisode vrij snel en moet je er zelfs niets aan doen. Want zoals alle andere wonden in het lichaam, genezen ook deze letseltjes en scheurtjes door de vorming van littekenweefsel. Dit proces kan gepaard gaan met de ingroei van pijngevoelige zenuwvezeltjes, waardoor er nog meerdere pijnopstoten kunnen optreden. Niet alleen ‘de schelpjes-in-de-schoen’ blijven overbelast maar ook de pijngevoelige ‘genezen’ letseltjes kunnen geïrriteerd worden. Alle elementen zijn voorhanden om een chronische ruglijder te worden. Dit primaire degeneratieve discogene proces is onomkeerbaar en kan resulteren in één van de drie volgende secundaire medische problemen: een hernia, een verschuiving tussen de wervels (listhesis) en/of een vernauwing van het ruggenmergkanaal (stenosis). Het wegnemen van de welbekende hernia zal dus wel je beenlasten doen verminderen maar zeer zelden je lage rugpijn. Het DDS is verantwoordelijk voor de lage rugpijn en blijft verder evolueren!

De medische wereld bekijkt of het mogelijk is stamcellen genetisch te manipuleren en in de discus in te brengen om het versleten kraakbeen te ‘neutraliseren’. Voorlopig moet je niets doen bij een eerste acute rugpijnaanval. Hij verdwijnt spontaan binnen een periode van 6 weken. Maar tot dusver blijven alle bestaande behandelingen voor chronische lage rugpijn berusten op onvoldoende wetenschappelijke bewijs of zijn ze zelfs ronduit inefficiënt. Hoe kan men immers een biologisch slijtageproces blijvend neutraliseren met oefeningen, medicamenten of spuitjes? Van al deze behandelingen is bekend dat ze slechts een matig ‘korte termijn’-effect hebben (KCE). De meer dan 100 ontwikkelde chirurgische ingrepen en implantanten geven - allemaal - doorgaans goede resultaten bij twee van de drie secundaire gevolgen van DDS, met name in geval van listhesis en/of stenose. Worden ze toegepast ter behandeling van het primaire degeneratieve discogene syndroom, al of niet met hernia, dan weet men dat de geopereerde na 2 jaar in vergelijking met niet-operatieve behandelingen ofwel 19 % beterschap zal vertonen ofwel 10 % slechter wordt (Mirza). Met een zogenoemde placebo-behandeling bereikt men doorgaans 68 % goede resultaten! En het ergste van al is dat het slechte resultaat achteraf - en compleet ten onrechte - veelal verklaard wordt met de stelling ‘er is iets aan de hand tussen de oren’. Deze medische houding kan niet anders verklaard worden dan door het feit dat (1) er voorlopig geen enkele verklaring bestaat waarom pijn chronisch kan worden , (2) de frustraties bij zowel patiënten als therapeuten vrij groot blijft, en (3) er nog geen enkele efficiënte behandeling bestaat om de onderliggende en oorzakelijke ontstaansmechanismen van DDS onder controle te krijgen.

Wat interessante begeleidende literatuur

Adams MA, Roughley PJ
What is intervertebral disc degeneration, and what causes it?
Spine, 2006, 31:2151

Bono CM, Lee CK
Critical analysis of trends in fusion for degenerative disc disease over the past 20 years: influence of technique on fusion rate and clinical outcome
Spine, 2004, 29:455-463

Burton AK et al.
Chapter 2. European guidelines for prevention in low back pain : November 2004.
Eur Spine J – 2006 – 15(suppl 2): S136

Freburger JK et al.
The rising prevalence of chronic low back pain
Arch Intern Med, 2009, 169:251

KCE Chronische Lage Rugpijn, Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), KCE reports Vol. 48A (D/2006/10.271/63)
Via http://www.kenniscentrum.fgov.be

Mirza SK, Deyo RA
Systematic review of randomized trials comparing lumbar fusion surgery to nonoperative care for treatment of chronic back pain
Spine, 2007, 32:816-823

Mulholland RC
The myth of lumbar instability. The importance of abnormal loading as a cause of low back pain
Eur Spine J 2008, 17:619

Vos T et al.
Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 301 acute and chronic diseases and injuries in 188 countries, 1990-2013. A systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2013. FUNDING: Bill & Melinda Gates Foundation.
Lancet, 2015, 386:743

Wittchen HU et al.
The size and burden of mental disorders and other disorders of the brain in Europe 2010
European Neuropsychopharmacology, 2011, 21:655

23.02.2016